Wat Calvijn is voor gereformeerden is Wesley voor Nazareners.

Maar wie is die onbekende Wesley eigenlijk?

Wie Engeland zegt, zegt thee. Ook Wesley hield van Zijn kopje thee. Maar in 1746 stopt hij er ineens mee. Gesprekken met mensen in het land hadden hem ervan overtuigd dat met name arme medegelovigen veel beter af zouden zijn zonder thee. Theedrinken ging ten koste van tijd, geld en gezondheid . Thee werd namelijk zwart gemaakt met lood. Wesley had drie dagen hoofdpijn van het afkicken. Maar hij had een voorbeeld gesteld. Deze daad van opoffering zegt veel over Wesley. Zijn leven stond in dienst van liefdevolle inzet voor en redding van anderen. Met een enorme drive ging hij het land door om mensen het evangelie te vertellen. Vaak in de buitenlucht. Hij preekte 40.000 keer en reed kriskras op zijn paard het hele land door.
Het Engeland van de achttiende eeuw was voor velen geen pretje. Mede door anderhalve eeuw godsdiensttwisten en de industriële revolutie. Mensen stierven gemiddeld rond hun 35e en de kindersterfte was 50%. In het gezin waarin John Wesley opgroeit waren 19 kinderen geboren, waarvan er 13 vroegtijdig sterven. Bijna sterft John ook tijdens een brand in het ouderlijk huis. Zijn redding op het nippertje was een ervaring die hij zijn hele leven meedraagt en grote invloed op hem heeft. Vormend was ook zijn moeder Suzanne. Zij was streng in de geloofsopvoeding en sprak geregeld met ieder kind over zijn geestelijke vooruitgang.
Na zijn studie theologie sluit John zich in Oxford aan bij The Holy Club, die zijn broer Charles had opgericht. De club is een kleine groep mannen die God met grote ernst zoeken. Ze gaan daarbij zeer gedisciplineerd te werk en worden daarom ‘Methodisten’ genoemd. Ze worden als fanatiekelingen beschouwd en bespot.
In zijn zoektocht naar een heilig en liefdevol leven gaat hij naar Amerika. Weg van de eisen van het moderne Engelse leven (en weg van de verleiding van vrouwen). Het wordt een grote mislukking. Maar wel een mislukking die cruciaal is voor zijn ontwikkeling. Hij schrijft in zijn dagboek: ‘ik ben in Amerika geweest om die indianen de bekeren, maar ach, wie zal mijzelf bekeren? Wie zou mij verlossen van mijn boos, ongelovige hart?‘ Op de heenreis naar Amerika heeft hij een groep gelovigen ontmoet waartoe hij zich voelt aangetrokken: HernHutters. Hij is diep onder de indruk van hun rustige Godsvertrouwen, hun vriendelijkheid en nederigheid. Als het schip onderweg naar Amerika in een storm bijna vergaat en John beneden zit te trillen van angst, zijn de hernhutters vol overgave samen aan het zingen op het dek. John kan alleen maar jaloers zijn. Waarom heeft hij niet zo’n geloofsvertrouwen? Waarom voelt hij die rust niet? Gelooft hij wel echt? Hij werkt knetterhard voor zijn geloof, maar is de verlossing wel voor hemzelf?
Een volgende vormende ervaring komt een jaar later, in een huissamenkomst, weer in Engeland. Iemand geeft uitleg over Luthers commentaar op de Romeinenbrief en die woorden komen – op zijn hedendaags gezegd – nogal binnen bij Wesley. Hij schrijft in zijn dagboek: ‘I felt my heart strangely warmed. I felt I did trust in Christ, Christ alone for my salvation.’ Redding door genade! Wesley kende deze waarheid met zijn hoofd, zijn verstand maar voelde die nu ook in zijn hart.
Je zou kunnen zeggen dat die dag de hardwerkende priester Wesley sterft en de door Gods Geest diep geraakte evangelist Wesley wordt geboren. De dienaar van God is een kind van God in het geloof geworden. Wesley begint vervolgens dit evangelie te preken. Waar het hart vol van is, daar loopt de mond van over. Maar dit leidt tot weerstand. Wesley stelt dat de mens nu al zeker kan zijn van zijn verlossing. Dat gaat er bij de Engelse staatskerk niet in. De kerkdeuren worden voor hem gesloten. Aangemoedigd door zijn calvinistisch georiënteerde ‘partner in crime’ Whitefield gaat Wesley vervolgens preken in de buitenlucht. Duizenden mensen komen naar hem luisteren. En overal komen mensen tot bekering, niet in de laatste plaats veel arme arbeiders uit de steden. Vooral zij zoeken verlossing. De tegenstand neemt echter toe, mensen worden bekogeld met stenen en tomaten. Maar de aanhang groeit, mede door de onvermoeibare en charismatische optreden van Wesley. Hij doorkruist Engeland op zijn paard en preekt en schrijft en organiseert alsof de duivel hem op de hielen zit. Hij komt op voor mensen in nood, sticht weeshuizen en andere verzorgingsplekken. Hij wil de natie en de kerk hervormen en heiliging verspreiden. Met succes. Bij zijn dood zijn er 150.000 methodisten in Engeland en Amerika, waaronder ruim 500 voorgangers. Ten tijden van zijn dood wordt met respect over hem gesproken. Wesley was een man met twee kanten. Hij was rationeel ingesteld, vond argumenten belangrijk en was overtuigd van zijn eigen gelijk (wat geregeld voor ruzie zorgde). Tegelijk moesten volgens hem geloof ook gevoeld worden, iets wat hij terug zag bij de hernhutters. Wesley had iets autoritairs, maar kon uitstekend aansluiten bij arme arbeiders. Hij had een progressief vrouwen standpunt maar slaagde zelf niet in de liefde. Hij wilde geen kerkscheuring, maar zijn missie leidde uiteindelijk tot een nieuwe kerk. Hij herontdekte de boodschap van genade en zette tegelijkertijd streven naar volmaakte liefde centraal in zijn theologie. Al met al had en heeft zijn gepassioneerde, door liefde gedreven denken en doen grote invloed op de kerk geschiedenis. Zelfs tot aan Amersfoort en omstreken.

Met name gebaseerd op: Stephen Tomkins, John Wesley, a biography, Eerdmans: 2003.